Skip to content Skip to sidebar Skip to footer

Impressie lezing ‘Oude Hollandse Waterlinie’

Na een speurtocht naar nr. 20 op de Steenovenslaan (en niet nr. 4) zat de zaal van het Scoutinggebouw St. Stanislaus op woensdag 29 juni 2022 rond acht uur vol met ruim 50 belangstellenden voor de lezing van historicus Sander Enderink. Sander werkt bij de Stichting Oude Hollandse Waterlinie en schreef er een boek over: Het Oude Hollandse Waterlinie Boek’. 

Hij vertelt over de chaos van het Rampjaar 1672, toen de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden werd aangevallen door vier buurlanden. Daarbij komt de Culemborgse regio ook aan bod. Onder het genot van een sapje en drankje praten we nog even na en sluiten af met een mooie rode zomerlucht boven onze eigen waterlinie: de Lek. Hieronder een korte samenvatting van de lezing.

Bekijk hier  een filmpje over de Waterlinie. Meer informatie over de Oude Hollandse Waterlinie is te vinden op de website www.oudehollandsewaterlinie.nl.

 

 

Water als militair middel

Recente overstromingen laten zien wat er bij een inundatie zou zijn gebeurd: een enorme plas water met wat smalle dijken er doorheen een onbegaanbaar terrein. Water is in de loop van de geschiedenis vaak als verdedigingsmiddel gebruikt. Forten, steden en kastelen werden niet alleen ommuurd maar ook omringd door grachten.

In de beginjaren van de opstand tegen de Spaanse koning werd dit uitgebreid met het onder water zetten van hele streken, zoals te zien is in een raam in de Sint-Janskerk in Gouda over het Ontzet van Leiden. Ook in Woerden werd het water als verdediging ingezet tegen de belegering door de Spanjaarden. In 1589 werd het eerste plan voor een waterlinie ’tot defentie van het Neder-Sticht ende Hollandt’ bedacht. In 1629 kwam er een Utrechtse linie langs de Vecht. Die linies werden nooit op de proef gesteld want in 1648 werd de Vrede van Münster gesloten.

Voor het rampjaar

Na de Opstand bemoeit de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden zich met Noorse, Zweedse en Engelse oorlogen. In 1667 begon de zogenaamde ‘Devolutieoorlog een Franse invasie in de Spaanse Nederlanden. Met hulp van Engeland en Zweden zette de Republiek druk op de Fransen om de oorlog te beëindigen. De Franse koning Lodewijk XIV (de ‘Zonnekoning’) wilde daarna de Republiek militair overwinnen. Hij vond of kocht medestanders in Zweden, Engeland en het Heilig Roomse Rijk. De Republiek wordt in 1672 van vier kanten aangevallen: Frankrijk, Engeland en de bisdommen Münster en Keulen. De Fransen mogen niet door Duitse gebieden en trekken door de twee bisdommen naar via de grote rivieren naar de Nederlanden. De Republiek vraagt steun aan Spanje.

1672

In 1672 heerste er droogte: koeien en paarden konden door de rivieren waden. De provincies Holland en Utrecht bedachten daarom een alternatief: een linie langs de Grebbe. Die verdedigingslinie kwam er door allerlei geruzie niet: wel een linie om Holland te beschermen. Er was echter geen rivier langs de grens met Utrecht en daarom volgt de Oude Hollandse Waterlinie vooral kleine rivieren en kanalen tussen de grote (oost-west stromende) rivieren.

De Fransen gaan langs de Rijn en over de Veluwe; de Duitsers door Overijssel naar Groningen. De waterlinie in Holland en die in de Noordelijke provincies houden de vijand tegen. ‘Plas en dras’ is voldoende om doortrekken van het land te beletten Paarden en wagens konden er niet door (het water staat te hoog) en boten ook niet (het water staat te laag).

De Waterlinie rondom Culemborg

De burgemeesters van Dordrecht, Gouda, Gorinchem en Schoonhoven komen in april in Leerdam samen. Verschillende opties worden besproken maar meningsverschillen zorgen ervoor dat er geen besluit genomen wordt. Een linie door de Vijfherenlanden langs de Linge en Zouwe lijkt een goede mogelijkheid, maar dat plan mislukt omdat het Staatse leger nog aan de Gelderse IJssel ligt en de lokale bevolking het onder water zetten van de polders tegenhoudt. Het leger wordt na de Franse oversteek van de Rijn op 12 juni 1672 voor de helft teruggetrokken naar Utrecht en daarna naar Holland. Er komen een aantal hoofdposten in de Hollandse Waterlinie, bijvoorbeeld bij Schoonhoven en Gorinchem. Met steun van het leger wordt de Waterlinie verder vormgegeven. De situatie in Gorinchem is echter slecht: de sluis van Dalem ligt in Gelderland, boeren zijn in opstand en de militaire leiding heeft weinig kennis van de omgeving, waardoor het onder water zetten van de polders mislukt. Na enkele weken vertraging worden de dijken langs de Lek en Merwede door het leger afgegraven. Door storm en regen komt het water vervolgens veel verder dan bedacht. De boeren komen in opstand omdat ze het land niet meer kunnen bewerken.

Leerdam zoekt neutraliteit

Leerdam, IJsselstein en Land van Vianen waren elk een onafhankelijke Heerlijkheid en geen onderdeel van Holland of Utrecht. Ze werden door de Fransen bezet, maar wilden neutraal zijn in het conflict. In het najaar van 1672 wordt die neutraliteit door de Fransen en Hollanders erkend. Dat gebeurt niet in Culemborg.

Vreeswijk wordt (net als Culemborg) door Fransen bezet en van verdedigingswerken voorzien, die niet bewaard zijn gebleven. In oktober willen de Nederlanders Woerden bevrijden en slaan een beleg voor die stad. Tegelijkertijd wordt de aanval op Vreeswijk ingezet om de aandacht van de Fransen af te leiden.

Omdat er in december ijs ligt, kan het Franse leger vanuit Woerden over de Waterlinie. Het ijs is slecht en het Franse leger komt vast te zitten. Uiteindelijk trekken ze zich terug, waarbij talloze verwoestingen worden aangericht.

Na 1672 gaan de Fransen aandacht besteden aan conflicten in en met andere landen. In september 1673 trekken ze zich daarom terug uit de Nederlanden. Op 19 februari 1674 wordt de Tweede Vrede van Westminster getekend. Op 22 april volgt de vrede met de bisschop van Münster en op 11 mei met die van Keulen.

Het Rampjaar 1672, dat ongeveer 17 maanden duurt, is hiermee afgesloten. 

Enkele weken na het vertrek van de Fransen uit Utrecht wordt besloten dat de Hollandse Waterlinie drooggemalen moet worden. Dat gaat niet overal voorspoedig. Rond Vianen en Asperen was het in 1674-1675 nog nat.

Van oude naar nieuwe waterlinie

In de 18e eeuw wordt de Hollandse Waterlinie aangepast. De nieuwe hoofdlinie ligt voortaan aan de Diefdijk. De linie uit 1672, tussen de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden, wordt een reservelinie. Tijdens de Franse invasie van 1794 wordt het land tussen de Lek en Merwede met succes onder water gezet. Bij Spoel en Asperen worden grote gaten in de dijken geslagen en het: water komt tot anderhalve meter hoog te staan. Er zijn versterkingen bij Dalem, Asperen en Werk aan het Spoel. De laatste twee zijn in de 19e eeuw verbouwd ten behoeve van de Nieuwe Hollandse Waterlinie.

 

Overzichtskaart van de verdedigingswerken en inundaties van de Waterlinie (Wikipedia)