Verslag lezing ‘Varen langs Limes Werelderfgoed’ 22 april 2025

Daniël Jumelet leidt de lezing van vanavond in. Hij vertelt dat we vanavond mogen blijven zitten maar dat Tom Hazenberg hoopt dat we na zijn lezing uit de stoelen komen en zelf de plekken langs de Limes willen ontdekken en bezoeken!
Tom Hazenberg heeft jaren een adviesbureau voor archeologie gehad, waarbij hij betrokken was bij het adviseren rond bouwvergunningen, ontgronders en zandafgravingen. Tom’s interesse in de Limes is begonnen tijdens zijn studie naar eerst klassieke talen en daarna de Nederlandse archeologie. Tom kreeg al gauw grote opdrachten als beginnend archeoloog en groeide snel naar het projectleiderschap. Sinds kort is Tom onderdeel van de ambtelijke uitvoeringsorganisatie van de Nederlandse Limes Samenwerking, die zich inzet als siteholder van het Unesco Werelderfgoed Neder-Germaanse Limes. Deze samenwerking is gericht op het populairder maken van de Limes, maar ook om het te beschermen, te beheren (ondergronds, klimaatverandering) en de kennis te delen. Als senior archeoloog is Tom coördinator Kennis en Behoud. Er is een grote diversiteit aan onderzoek en dat dient gecoördineerd (vrijwilligers en bedrijven). Opgravingen zijn een feest: het is spannend om op te graven maar even belangrijk is voor Tom dat in nieuwbouwplannen iets van de historie wordt teruggebracht en tentoon gesteld. Hij wil archeologie midden in de maatschappij zetten. Opmerkelijk noemt Tom het dat je bij de Limes nooit iets in je eentje doet maar dat het een plek is waar veel wordt samengewerkt. Was de Limes vroeger een grens, nu verbindt de Limes de mensen!
Korte geschiedenis
Keizer Ceasar veroverde Galië en een paar keer is hij ook kort in Engeland geweest. Wat later, bij de keizers Augustus en Tiberius, werd het doel om Germanië te veroveren en het grote Germania Magna te vormen. Maar de keizers Caligula en Claudius richtten hun blik wederom op Britannia (rond 43 n. Chr.). In 50 n. Chr. geeft keizer Claudius aan generaal Corbulo de opdracht tot verdediging van de Rijn: deze rivier dient zowel als grens als ook als transportroute en er moet een stabiele situatie komen rond die rivier.
Een groot systeem van kleine en grote forten werd gevormd tot wat we nu de ‘Limes’ noemen (17-18 eeuwse term). De Rijn (Rhenus) is het grote vehikel die de verbindende factor vormde, ook voor het Romeinse leger:
- De grote legioensforten of -kampen waren de power van het front met 5.000 manschappen, maar daar waren er maar een paar van namelijk in Bonn, Neuss en Xanten en korte tijd ook in Nijmegen. Rond deze forten waren ook toeleveranciers, vrouwen en kinderen gevestigd: het werden hele grote plaatsen. In onze provincie Neder-Germanië lagen relatief veel legioenen, wat het belang van het Romeinse leger om deze zone onder controle te houden bevestigde. Köln-Alteburg was een grote marinebasis in die tijd.
- Overal in Nederland zijn kleine forten. Van deze kleine versterkingen, de castella, waren er een stuk of 40 in de Neder-Germaanse Limes. We gaan er later in de lezing langs, maar Tom noemt bijvoorbeeld Zwammerdam, waar veel boten zijn gevonden. En ook wachttorens, bijvoorbeeld bij Leidse Rijn in Utrecht: de soldaten waarschuwden elkaar met lichtsignalen wanneer gevaar dreigde.
De forten waren omringd met havenwerken, kades en kanalen, wat typerend was voor Nederland en Duitsland. Nederland is heel rijk bijvoorbeeld met het Forum Hadriani in Voorburg waar een grote haven was, maar ook met de steden als Köln en Xanten en een korte tijd Nijmegen.
De forten besloegen enorme gebieden. Ze stonden allemaal op de zuidoever van de Rijn. Omdat die vaak smal was, werd de indeling van de forten aangepast aan de lokale situatie: er waren geen voor-midden-achterdelen van een castellum maar er werd een deltatype gekozen.
Het lijkt alsof de Limes in één keer gevormd is, maar het betekent een permanent werken. Wat het Romeinse leger nodig had was veel hout (steen is 300-400 kilometer hier vandaan), want wegen, schepen, huizen etc. zijn allemaal van hout. Daarnaast zorgde de meanderende rivier er voor dat aangelegde wegen door de meander werden weggeslagen en er steeds nieuwe wegen aangelegd moesten worden (wat ook geldt voor de kades). Na de eerste 50 jaar bezetting door de Romeinen was al het Nederlandse eikenhout opgebruikt. Aan de jaarringen kan gezien worden wanneer het hout gekapt is én kan de herkomst van het hout worden bepaald. Daardoor weten we dat voor 100 n. Chr. het hout uit Nederland kwam maar daarna zie je dat het hout uit Duitsland en de Ardennen komt..
Reconstructie van het Romeinse fort Matilo bij Leiden met uitleg.
Limes en de logistiek van de Noordzee
De machthebbers binnen het Romeinse rijk willen graag veel provincies om geld uit te halen. En zo zelf rijk te worden in grote steden zoals Rome. Nederland was heel kleinschalig, maar toch was het belangrijk om dit landje onder controle te houden om de Rijn, Maas en Schelde want die gaven een optimale verbinding met Britannië waar veel delfstoffen in de bodem zaten. Forum Hadriani, Goedereede en Colijnsplaat (met een overslaghaven van rivierboten naar zeeschepen) waren daarbij belangrijke plaatsen. Maar de Rijn was ook belangrijk om bijvoorbeeld graan en nieuwe producten vanuit het Middellandse Zeegebied naar het Noorden te vervoeren om de forten en de troepenvan voedsel en andere materialen te voorzien. Dat gebeurde met schepen want over de weg was duur. Schepen speelden in Nederland een hoofdrol.
De Rijn is in die tijd een militaire en logistieke lijn. Het Romeinse leger en handelaren moesten goed bewaakt worden. De Rijn zelf wordt bevaren, maar hoe de routes precies liepen wordt nog onderzocht. Bijvoorbeeld via het kanaal van Corbulo? Bij Colijnsplaat en Domburg zijn veel altaren ontdekt, die allemaal van handelaren uit Britannië, Germanië of Gallië kwamen en die als offer aan de godin Nehalennia werden gebracht wanneer een succes in de handel was behaald.
De schepen van de Limes
In 1969 werd bij Zwammerdam een mooi fort ontdekt bij opgravingen voordat gebouwen konden worden neergezet van de zorginstelling Ipse de Bruggen. Tijdens de bouw echter werd een kleine boomstamkano gevonden en later het vrachtschip Zwammerdam 2. Een enorme platbodem van 22,75 bij 2,80 bij 0,95 meter (met zeil): platbodem van eikenhout en met kimstukken (overgang van bodem naar de boord van 25 meter lang). De dwarsverbindingen werden gelegd met leggers gemaakt uit stammen met takken (natuurlijke verbinding). Er kwam ook Zwammerdam 3 en 4. Het opgraven van de laatste, die 5 meter diep lag en was 35 meter lang was, leidde tot kamervragen en een actieplan om het schip terug te geven aan het publiek. Met crowdfunding is toch een opgraving mogelijk gemaakt. Er werden ook nog een Zwammerdam 5 en 6 ontdekt: ook die werden goed opgegraven. Maarten de Weerd – archeoloog, opgravingsleider en gepromoveerd op de Zwammerdamschepen – wordt nog steeds geëerd: hij was erbij vanaf het eerste Zwammerdamschip. Elk stukje hout is geborgen en geconserveerd (in 1973 begonnen en in 2022 het laatste stukje); dit leverde containers vol hout op. Met veel vrijwilligers, provincies en gemeenten wordt nu aan de restauratie gewerkt en iedereen mag daar komen kijken.
Ook in Woerden en De Meern zijn schepen ontdekt:
- in Woerden zit de helft van het schip Woerden 1 nog onder de grond (en kan onder andere daarom deel van het werelderfgoed zijn); de resten van het graan in dit schip lieten zien dat dit schip uit België kwam.
- Een ander schip was de Woerden 7, eveneens een vrachtschip. Bijzonder was dat in de Woerden 7 naast Nederlands ook Duits hout zit verwerkt. Verder was er een plank waar ook riemgaten in zaten, wat leerde dat er ook werd geroeid op de platbodems om tegen de stroom in te gaan;
- het schip De Meern 1 was een spectaculaire vondst en aan het behoud en het kunnen tentoonstellen (in Castellum Hoge Woerd) hiervan is dan ook veel tijd en geld besteed.
Ook in het buitenland zijn dit soort schepen ontdekt. Deze zijn goed te dateren (jaarringen) en dan kun je ze groeperen. De uitdaging ligt er om de schepen vervolgens te verbinden aan grote politieke gebeurtenissen. Op die manier kun je met de schepen meer betekenis geven aan de geschiedenis. Overigens zijn er niet veel zeegaande schepen. In Londen, bij Guernsey en bij Brugge is wel wat gevonden maar daar is nog veel te doen.
Limes werelderfgoed in Nederland
Castella, wachttorens, grote forten, scheepvaart, havens, wegen: er is 10-12 jaar gewerkt om in kaart te brengen wat er in de grond bewaard is gebleven. Sinds 27 juli 2021 heeft de Neder-Germaanse Limes, samen met Duitsland, de status van Unesco Werelderfgoed.
Wat is het? 44 genummerde terreinen in Zuid Holland, Utrecht en Gelderland en in de Duitse Länder Noordrijn-Westfalen en Rijnland-Pfalts die gecontroleerd zijn of ze compleet zijn en toekomstbestendig: dan mag het terrein echt die status krijgen. De status geeft ook veel verplichtingen. Gewerkt wordt aan het uitdragen van de geschiedenis en betekenis van de Limes: die zit in de hele regio.
Een reisje langs de Rijn (sites, topvondsten, letters en bezoeken)
Welkom aan boord van de Limes Litteratus: we gaan een reis maken van Katwijk naar Nijmegen, zo’n 150 kilometer.
We hebben het moeten doen met veel resten. Detailkennis moet je hebben van jaarringen, gaten in de grond: archeologische basiskennis. Kunnen we goed in Nederland. Maar mazzel: Tabula Peutingeriana: reiskaart uit de 4e eeuw en een kopie van enkele eeuwen later. Die geeft platgeslagen de Romeinse wereld neer. De Rijn staat er op en daarna de namen van forten in Nederland.
- Brittenburg (Lugdunum) in Katwijk. Ortelius had een kaart van 1581 en gravure waar dit meest westelijke fort langs de Rijn op staat. Maar daarna is er nooit meer wat van gezien. Zoektochten van zowel amateurs als professionals hebben niets opgeleverd. Ligt het onder de duinen? Of in de zee? Er is niets gevonden. Wel is er een collectie van vondsten (scherven en potjes) maar er is twijfel of dit wel van de Brittenburg komt. Er staat nu een bord van begin/einde van de Limes. (www.katwijkmuseum.nl).
- Praetorium Agrippinae in Valkenburg (ZH). Er is een scherf met de naam Agrippina, maar komt het daar vandaan? Valkenburg is ongelooflijk goed en diepgravend opgegraven door Van Giffen vanaf 1941 tot de jaren 60): de opeenvolging van houtbouwforten is goed vastgelegd. Nu is er een castellum, grafveld, marktveld en een vicus (De Woerd); mogelijk was dat een zeehaven. Ook is er een Romeinse weg opgegraven die in 100 n.Chr. en in 125 n.Chr. werden aangelegd toen de keizer (Hadrianus) naar die regio kwam. De houten palen zijn bij het opgraven door vrijwilligers schoongemaakt waarbij er inscripties zijn ontdekt: COH II CR (het tweede cohort van burgers).
- Caligula in Valkenburg. Bij de voorbereiding van de woningwijk op de plaats van het voormalig vliegveld is een poortgebouw gevonden. Door Wouter Vos zijn de vondsten gecombineerd met oude sporen en daarom is het nu bekend dat dit kamp een onderdeel was van de aanvalsgroepen. (www.oudvalkenburgzh.nl)
- Matilo (Roomburg) in Leiden. Een aarden omwalling en wachttorens, maar ook havens en grote veldovens hebben hier gelegen. Mooie bouwinscriptie van rond 200: er is een naam op weggekrast toen er een andere keizer kwam. Daar is ook een messing ruitermasker gevonden, dat nu in het Rijksmuseum voor Oudheden met vele andere vondsten, te zien is. (www.rmo.nl en www.parkmatilo.nl)
- Forum Hadriani in Voorburg. 100 jaar heeft de haven van een klein stadje dat goed heeft gefunctioneerd. Er ontstond een Romeinse elite van burgers. Stichting door de keizer Hadiranus zodat daar een bestuurlijk centrum kwam. Ook een altaar aan het keizerlijke huis dat als geschenk is gegeven door het genootschap van vreemdelingen.
- Albaniana in Alphen aan de Rijn. Helemaal opgegraven grensfort, dat daarom niet meer op werelderfgoedlijst kan komen. De vroegste vondst: een vloer van soldatenbarak met een wapenkamer en slaapkamer. (Archeon, www.archeon.nl én De Vergulde Wagen in het centrum van Alphen)
- Nigrum Pullum in Zwammerdam. Er hoefde niet heel diep gegraven. Er is bijvoorbeeld een schildknop ontdekt (daar ook te zien) en die heeft gaatjes die de namen van de twee eigenaren tonen. Blijkbaar waren die knoppen dus heel belangrijk (naam van eenheid stond er ook op). Een mooi museum (www.nigrumpullum.nl).
- Bodegraven: staat niet op de Peutingerkaart maar er is een opgraving van amateurarcheologen geweest van een poort. Wel is er een klein loden tabletje gevonden met heel veel letters, die zijn ontcijferd: het blijkt om 21 namen te gaan van soldaten en een vervloeking; dit tabletje werd diep begraven om daarmee ook de genoemde personen uit te wissen. In Nederland zijn dergelijke tabletjes nauwelijks gevonden maar in andere landen wel veel.
- Laurium in Woerden. Opgraven van het schip de Woerden 7 Hierop een roei-inrichting. Dit schip lijkt heel veel op Zwammerdam 6; onderzocht wordt of deze schepen uit dezelfde werf komen. Er ligt een mooie inscriptie in het stadsmuseum van Woerden. Op het plein en in de stad is de Romeinse geschiedenis tot uiting gekomen (inclusief een ‘drive in museum’ in de parkeergarage). (www.stadsmuseumwoerden.nl)
- Fletione in De Meern. De rivier, het fort, wachttorens, de weg, burgelijke nederzettingen en delen van schepen: er is veel opgegraven en nog veel laten zitten (dus daarom werelderfgoed). Zo zijn er lanspunten gevonden met inscriptie. De situatie van toen is goed in kaart gebracht en het landschap gecreëerd. Dat is goed te zien in het Museum Castellum Hoge Woerd. Daaraan gekoppeld zijn ook een kinderboerderij, speeltuin, moestuin en restaurant, waardoor het museum goed bekostigd kan worden. (www.castellumhogewoerd.nl)
- Trajectum op het Domplein in Utrecht. De muurresten van het fort waarop meerdere kerken zijn gebouwd bestaan nog, terwijl die overal anders weg zijn (stenen zijn voor andere doeleinden gebruikt). Bezoek DOMunder, waar je de 2000 jaar geschiedenis in beeld ziet. Romeinse resten en ook funderingen van kerken zijn er goed te zien. (www.domunder.nl)
- Fectio in Vechten-Bunnik. Een van de vroegste forten en tot ongeveer 400 n.Chr.. Driepartite-indeling. Er is geen dorp of stad ontstaan op de plek van het voormalig fort, dus is Fort Vechten goed zichtbaar gemaakt: de contouren van het fort zijn zichtbaar, naast ook de burgerlijke nederzettingen langs de weg. Detector-zoekers hebben er veel gevonden. Zo zijn recent in een weiland zijn 404 munten gevonden van 200 v.Chr tot 47 n.Chr. Bijzonder is dat daar ook Britse munten bij zaten. Na de vondst zijn proefopgravingen door de Rijksdienst gedaan, waarna nog wel wat munten gevonden zijn maar verder niets. (www.fortvechten.nl)
- De Kromme en de Oude Rijn verzandden. Daarmee werd de slopende werking van de Rijn in het oosten zichtbaar: er is ten oosten van hier weinig bewaard gebleven. Maar bij opgravingen worden nog wel materialen gevonden bijvoorbeeld een helm.
- Culemborg: Er is weinig vondsmateriaal en er zijn weinig goede opgravingen (zie Culemborgs verborgen verleden). We liggen ten zuiden van de Limes. Limes moet wel gevoed worden. Dit is het productiegebied voor de manschappen en burgers. Op Caetshage is wel materiaal gevonden, dat ook Romeins was. Tip van Tom is om bijvoorbeeld met het Flipje Museum samen te werken: zo bouw je het verhaal dat bij onze regio hoort.
- Maurik: dit is een “verspoelde locatie”: er zijn losse vondsten en er moet iets hebben gelegen, maar daarvan is geen duidelijke lijn.
- Levefanum (?) in de Meinerswijk tegenover Arnhem. Het hoofdgebouw is daar goed in tact gebleven en gevisualiseerd. Dit ligt in de uiterwaarden van de Rijn. Hortus Romanus. Ook het Romeinse leger heeft dit opgehoogd om het droog te houden. (www.romeinen.nl, zoek op Meinerswijk)
- Elst: onder de Grote Kerk rustten de fundamenten van twee Romeinse tempels, waar zowel inheemse als romeinse goden werden geëerd. (www.pf-elst.nl/gebouwen/tempelkerkmuseum)
- Loowaard in Duiven. Hier zijn geen grondsporen maar wel allerlei materialen die door de amateurarcheoloog Wil Kuipers gevonden en gerubriceerd zijn.
- Carvium in Herwen – De Bijland. Daar is mogelijk een dam gebouwd. Originele vondsten gevonden, bijvoorbeeld een grafsteen met inscriptie (in museum Valkhof te zien). Ook hier amateur archeologen die zes tempels en een prehistorische voorganger gevonden. Ook veel inscripties over herkomst van soldaten. Een en ander moet nog verder onderzocht en gepubliceerd worden. De Romeinse geschiedenis is met een kunstwerk van een Romeinse baadster in beeld gebracht. (www.liemerskunstwerk.nl)
- Noviomagus in Nijmegen. Groot onderdeel van het enorme militaire systeem. Excavation. De regio heeft grote ontwikkeling meegemaakt van kleine lokale gemeenschap naar een grote stad (100 n.Chr.) en het Valkhof loopt door tot middeleeuwen met Keizer Karel. Ook is een stenen fundering van een herberg gevonden. Ook Museum Kam brengt veel geschiedenis (vooral potten). (www.museumhetvalkhof.nl)
Afrondend
We zijn weer terug aan wal. Tom geeft nog een paar punten mee:
- nl: wordt een site waar je kunt leren en beleven van allerlei informatie over de Limes;
- onderzoek naar de Noordzee is gaande met alle landen rondom de Noordzee. Geprobeerd wordt de mogelijke routes in kaart te brengen;
- wandelend en fietsend kun je ook de tocht langs de Limes maken: wandelnet en fietsroutes leiden je door mooie landschappen en leuke plekken.
Afgesloten wordt met twee vragen uit de zaal:
- Waarom zijn de schepen hier beland? Er moeten duizenden schepen zijn geweest. De ladingen die getransporteerd moesten worden waren gigantisch, dan moet dat met heel veel schepen. Er zijn maar ongeveer 20 schepen teruggevonden. Sommigen hebben maar 30 jaar gevaren en waren toen versleten.
- Vier legioenforten: waarom niet ook naar de westkant een groot fort? De grote slagkracht zijn die castra. De Rijn en de grens wordt bewaakt door de kleinere forten die onder controle stonden van de vier legioensforten. De professionele krachten en hogere legermensen zaten in die vier legioensforten.
Daniël sluit af met het uitreiken van een passende wijn en de bon.
(tom.hazenberg@limeswerelderfgoed.nl)
Meer interessante links over dit onderwerp / deze lezing: