Skip to content Skip to sidebar Skip to footer

Verslag lezing “De afrekening” 18 april 2023

In de bijna volle zaal van De Fransche School opende de voorzitter van Voet van Oudheusden de avond. Ad van Liempt neemt ons mee in de periode na de Tweede Wereldoorlog. In het jaar 1945 was er na de aanvankelijke euforie over de bevrijding ook veel verdriet. In dat jaar bleek hoe ingewikkeld het is om over te gaan van oorlog naar vrede: het was een chaotisch jaar.

Januari 1945
In het Westen was het een hongerwinter met een tekort aan brandstof. De weerelementen maakten dat aan alles een tekort was. Aangrijpende beelden van de honger zijn gefilmd door een gedeserteerde Duitser. De honger zorgde voor infecties, zwaktes, ziektes etc.: de oversterfte was ongeveer 22 duizend slachtoffers. Een foto van een inspecteur laat zien dat de kansarmen zonder netwerk de grootste slachtoffers waren. Ook alleenstaande oudere mannen waren slachtoffers (ook geen netwerk).
Gelukkig zijn  veel jongere kinderen gered met de actie “Naar de boeren”: naar Noord-Oost Nederland werden 40-50 duizend kinderen door het maatschappelijk middenveld (en kerken) overgebracht met Rijnaken. Allemaal hebben die kinderen (6-16 jaar) het overleefd (te lezen in het boek van Ingrid de Zwarte). Ook hebben er kinderen op school warme maaltijden gekregen door diezelfde mensen.
“Zweeds wittebrood” is er uit de lucht gekomen, zegt men, maar dat is er nooit gebeurd. Meel is er wel bezorgd vanuit het Noorden waar verder in het land brood van gebakken werd. Andere zakken met voedsel  werden er wel gedropt.
In de hongerwinter waren 50.000 mensen per dag onderweg om aan eten te komen. Een wanhopige situatie.

Voorjaar
Radicalisering van het naziregime en de Duitse terreurorganisaties brachten een steeds grotere grimmigheid van het verzet. De wanhoop van het verliezende leger, inclusief drankmisbruik, én steeds meer wapens van het verzet gaf verharding. Twee voorbeelden.

De represaille voor de ‘Aanslag’ op Rauter
Er was behoefte aan een vrachtwagen voor vleestransport, maar er werd door het verzet een opgevoerde BMW overvallen, die van Rauter was (die het overleefde maar in het proces na de oorlog werd hij veroordeeld). Er staat nu bij de Woeste Hoeve een monument op de plaats waar 117 gevangenen werden doodgeschoten als represaille maatregel. Ook de grote steden werden mensen verzameld. Het totaal mensen dat werd gedood was 263.

Massa executie bij Varsseveld
Leden van verzetsgroep ‘De Bark’ hadden een boerderij en zagen Duitsers naderen. Ze verscholen zich maar zagen dat er wapens werden meegenomen. Ze raken in paniek en ruimen de Duitsers uit de weg (opgehangen op zolder, in de auto gezet die werd opgeblazen, maar dat ging niet goed). Ook daar zijn represailles genomen: 46 gevangenen werden in Rademakershoek om het leven gebracht. Een van de doden was een jonge boer; zijn vrouw heeft in een dagboek de belevenissen van hem opgeschreven en laat haar stem horen als degene die achterblijft (dat is uitgegeven en waaruit Ad voorleest). Op 4 mei wordt daar in een documentaire aandacht aan besteed. Er zijn 2000 gevangenen geëxecuteerd en er bleven velen achter, die we weinig horen.

Laatste dagen van maart
Na de winter wordt eerst de Achterhoek bevrijd en daarna volgt een opmars (met strijd, slachtoffers én makkelijk) naar de rest van het Noorden en Oosten. Het ging snel: binnen een maand. Maar dan valt het stil want het Westen moet bevrijd. Daar kun je niet vechten (kanalen, bruggen, dorpjes) want dat zou een bloedbad worden. Maar er werd ook gevraagd door te gaan omdat er honger was.
De Duitsers werden gedwongen te capituleren. Op 4 mei gebeurt dat. Er moet een uitvoeringsregeling komen: op 5 mei wordt in Wageningen overlegd over 60 pagina’s vol regels. Dat werd uitgesteld en de volgende dag werd het bij de Hogeschool getekend. Die vertraging was een fout: wie had het nu voor het zeggen? Er ontstonden schietpartijen op heel veel plekken met in totaal wel 200 doden na de Duitse capitulatie (allemaal kleine incidenten op veel plekken verspreid). Zo is in Vlaardingen een jongen opgepakt om te gaan werken en hij komt op 6 mei toch weer thuis; dan komen verzetsmensen die zijn zussen komen halen en ze schieten door de deur terwijl deze jongen net de deur wil opendoen. Onzekere, akelige tijd. Ook op 7 mei wordt nog een groep jonge jongens doodgeschoten omdat ze op Duitsers stuitten (die dronken waren). Zo is er dus een schaduwkant en er vallen doden bij de schietpartijen.
Een andere schaduwkant is het kaalknippen van Moffenmeiden. Nu vindt iedereen dit een niet gepaste actie maar vroeger werden ze veroordeeld omdat ze banden met Duitsers hadden. De overheid organiseerde het kaalknippen soms zelf op een marktplein, ze werden uitgejoeld en daarna werden ze weer thuisgebracht. Dilemma: wat vindt u hiervan. Niet iedereen kon dit aanzien.

Feesten met de Canadezen
Wat waren we daar dol op en blij mee. Er is opluchting: bij de Nederlanders en ook bij de Canadezen die al langer onderweg waren. Na de bevrijding gingen mensen nog dood als gevolg van de honger. Maar er was vrijheid. De Canadezen waren frisse, mooie jongens (en dat waren de Nederlandse jongens niet, die vermagerd waren, kleren te groot, niet fris ruikend). De jonge meiden (en jongens)  konden weer van alles en waren niet meer opgesloten; de ouders vonden dat wat minder. Er zijn ongeveer 8.000 kinderen geboren met een Canadese vader (ondanks de voorbehoedsmiddelen in de psu; 365.000 keer moeten ze het gedaan hebben). Lees het boekje van mevrouw Okkema . Een half jaar na de bevrijding waren er nog 70.000 Canadezen in Nederland, want de reis terug was nog niet goed georganiseerd. Nederland wordt de bevrijders zat en ze werden de deur uit gekeken; in januari 1946 waren ze zo ongeveer weg. Helaas zijn er ook kinderen die op zoek waren naar hun vaders; de Canadese overheid maakte het op een gegeven moment onmogelijk om die vaders nog te vinden (die daar als 75 jarigen niet zomaar meer om zaten te springen).

Politieke delinquenten in de kampen
Ongeveer 150.000 mensen zijn opgepakt en vastgezet na de oorlog. Er waren ongeveer 130 kampen maar ze werden ook in scholen en gebouwen opgesloten. Het voormalig verzet moest de bewaking van de collaborateurs op zich nemen. Pas later is hierover gepubliceerd: Dominee van der Vaart Smit schreef daar een boek over. Pas na een maand of drie zijn er verbeteringen opgetreden. De eerste minister van Justitie na de oorlog gaf aan dat er lichtere gevallen vrij zouden komen: dat gaf een storm van een protest en hij heeft dit in moeten slikken. Op 1 januari zitten 100.000 mensen vast waartegen nog geen onderzoek is ondernomen. De sfeer van wraak was dominant, maar er werd niet over gepraat. Een geladen sfeer.
De berechting komt op gang. Er was een nieuw juridisch systeem met tribunalen met deels lekenrechtspraak voor de lichte gevallen; ze konden nog tot 10 jaar gevangenis opleggen. Daarboven bijzondere rechtspraak die zelfs de doodstraf konden opleggen.
Iedereen vond dat het verkeerd ging (5 jaar lang). Laatste 20 jaar op terug gekeken: 65.000 vonnissen in die vijf jaar. Er werden goede onderzoeken gedaan en onder druk een knappe prestatie geleverd. Maar het zijn pijnlijke processen geweest.
Max Blokzijl kwam als eerste voor de rechter, die de mensen via de radio opriep zich achter de bezetter de scharen: hij was het voorbeeld van gehoor geven aan de burgers. Doodstraf en geëxecuteerd. De tweede was een jurist die zelfmoord pleegde in zijn cel. Mussert die kwam als derde voor de rechter; er werd doodstraf geëist en ook uitgevoerd. Hij heeft nooit persoonlijk iemand vermoord; tegenwoordig wordt daar anders naar gekeken. In totaal zijn 140 onherroepelijke doodstraffen uitgesproken na de oorlog; 40 zijn er geëxecuteerd; 100 kregen gratie. Dat was niet afhankelijk van de koninginnen (Wilhelmina en Juliana) want die gingen daar niet over (behalve een enkele keer nl. 3 of 4 van Breda). De doodstraf is afgeschaft: het is voor de (christelijke) moraal van de mensen slecht. Is dat terecht of niet (Dilemma)?
In 1950 is er een streep onder gezet. De overheid heeft het probleem opgelost.

Duitsers moeten mijnen ruimen
Er waren 5.500 mijnenvelden met 1,5 miljoen landmijnen. Nederland wilde weer akkerbouw en boomgaarden exploiteren. Kinderen kwamen om, want speelden met de mijnen. Jongens gaven zich op als oorlogsvrijwilligers: die moesten dat op gaan ruimen; dat is gestopt bij het 50ste slachtoffer. Daarna werd geregeld dat er twee grote Duitse legeronderdelen achter gehouden werden om te ruimen. Maar conventie van Genève gaf aan dat krijgsgevangenen geen gevaarlijk werk mochten doen; daarom werd gezegd dat ze ‘surrendered military personnel’ waren en die mochten wel alles doen. Die mannen waren wel heel erg getraumatiseerd omdat er 210 doden vielen. Wat hadden de Nederlanders anders moeten doen; de Duitsers hadden ze toch ook neergelegd (Dilemma)?

Ordelijk vertrek van Duitse soldaten
De Duitsers regelden het vertrek zelf; Canadese militairen hielden toezicht. Naast wapens werden er ook veel fietsen weer ingeleverd. De laatste check was op de Afsluitdijk (waar iedereen langs moest, ook de mensen die bij Amersfoort zaten): zitten er nog oorlogslachtoffers tussen of hadden ze nog Nederlandse bezittingen? Afgeven! Ze werden uitgezwaaid (en uitgejoeld).

Na de capitulatie van Japan
In Nederland was de bevrijding een groot feest. In Indië was er geen sprake van een bevrijding: de mensen in de kampen wisten niet dat de oorlog afgelopen was (zie boek Bep Vuyk: “De oorlog is beëindigd”). Wat er voor de oorlog in de plaats kwam, wist niemand. Al vanaf september brak er een revolutie uit onder de jeugd: niet meer onder Nederlanders willen leven maar al helemaal niet onder de Japanners (totale verwaarlozing: 1,5 miljoen doden door honger). “Merdekka”. Het land is niet meer het Nederlands Indië zoals het was: die boodschap is niet aangekomen in Nederland. Het bestuur en de militairen mogen niet naar binnen: het viel aan Engeland toe om daar orde en rust te brengen. In oktober gingen er wel wat ambtenaren (van Mook onder andere) daarheen. De Engelsen zeggen dat van Mook orde moet brengen en met Soekarno (nationalist) moet overleggen: maar die werd beschouwd als landverrader en daar mocht hij niet mee praten. Van Mook legt wel contact en wordt vervolgens ontslagen, maar Wilhelmina gaf geen toestemming voor dat ontslag. Daarmee was er een begin van overleg mogelijk. Maar in Indonesië was het kookpunt bereikt met Engelse militairen en de jonge Indonesische militairen (auto met generaal Mallaby ontploft met bom): de Engelsen trokken zich terug en begonnen vervolgens een aanval op Soerabaja. Er zijn 16.000 doden gevallen in de slag om Soerabaja. Vlam in de pan geslagen: in Nederland wilde men zo snel mogelijk zo veel mogelijk militairen (75.000) naar Indië toe sturen om orde op zaken stellen. Het Nederlandse kabinet was in totale paniek, had een kapotte economie en had economische winst nodig uit Indonesië (Piet Lieftinck had de bijnaam Piet Paniek).

Samenvattend
Het jaar 1945 was het jaar van contrasten
Chaos bij bevrijding.
Afrekeningen.
Toenemende onvrede.
Nieuwe oorlog op komst.
De teleurstelling groeide en er kwam steeds meer onvrede: voedsel was nog op de bon (zorgde voor rechtmatige verdeling maar vreselijk systeem); de bouw had stil gelegen en er kwamen geen huizen (inwonen bij de schoonouders); er was niets te koop. En dan dreiging van een nieuwe oorlog. Het jaar eindigt minder vrolijk dan het in het midden was.

Vragen
Oorlog in Indonesië: de aanval van de Britten was gericht op dat het daarna klaar moest zijn. Dan moest er vrede komen.
Tip: plekken waar NSB’ers werden ondergebracht: hier vlak bij Fort Honswijk ook. Kun je rondleiding krijgen.
Spanning dat de Canadezen alleen de Duitsers mochten ontwapenen en de Nederlanders (en de verzetsstrijders) mochten dat niet. Dat is geëscaleerd op verschillende plaatsen waar schietpartijen waren.
Vught was in oktober 1944 al bevrijd: wat gebeurde daar? Het Zuiden was ‘bevrijd’ maar er waren veel problemen: V1’s en V2’s werden afgeschoten maar die raakten snel uit de koers en gaven veel ellende; er was een tekort aan voedsel; Duitsers hadden zich ingegraven om onder te duiken. Wel al Moffenmeiden en NSB’ers opgepakt. Kamp Vught is allemaal verhuist naar andere kampen (3.200 gevangenen op 6-7 september op de trein gezet naar Duitse kampen terwijl de bevrijding voor de deur stond).
Onderwijs in de laatste jaren stelde niet veel voor. Scholen waren ook dicht omdat het te koud was. Er werden ‘oorlogsdiploma’s’ gegeven. Weinig over bekend.
Bevrijding door geallieerden en Rusland gedaan. Er was toen nog geen scheiding: wie is er het eerst in Berlijn speelde wel. Dat komt vanaf 1947.

Huib sluit af en verzucht:  “Jammer dat ik mijn ouders niet meer heb gevraagd over deze periode”. De zaal herkent dit: die vraag is herkenbaar.  Gelukkig is er veel verschenen.

Voor de lezers heeft Ad nog enkele boekentips:
Ingrid de Zwarte: De Hongerwinter
Marjolein Bax: Een wrang feest
Bonnie Okkema: Trees krijgt een Canadees