Skip to content Skip to sidebar Skip to footer

Impressie lezing ‘Voetsporen’ door Roger Klaassen

Voorzitter Huib Clarisse start de avond, 19 mei 2022, met een inleiding waarin hij refereert naar het schilderij van Van Os bij zijn tandarts en de reproducties van Van Weissenbruch in het Vierheemskinderenstraatje. Bij zijn afscheid van de Gemeenteraad ontving Huib een zeefdruk van Roger Klaassen. En juist déze Culemborgse tekenaar verzorgt de lezing.

Roger is illustrator voor allerlei publicaties, van kinderboeken tot informatiemateriaal van ziekenhuizen. In zijn vrije tijd tekent hij op straat. Het maken van die tekeningen levert herinneringen op aan het weer, de sfeer en de gevoerde gesprekken. In Culemborg heeft hij voor het project Voetsporen oude tekeningen naast de situatie van nu gemaakt en gelegd.

Schetsen
Schetsen zijn aantrekkelijker dan schilderijen, vindt Roger. Hij start met een schilderij van Hubert Robert (1733-1808). Van de pompeuze, uitgewerkt schilderijen wordt hij moe maar de schetsboekjes die daaraan ten grondslag liggen zijn eenvoudig, spontaan, met snelheid getekend, frisser. Je herkent het handschrift van de schilder erin.

Schets of schilderij bij vergelijken vroeger en nu
Daar gaat het project van Roger over. De schilders maken de schetsen om daarna uit te werken in een schilderijen. Dat doet Roger niet: hij bewerkt de schets niet meer als hij thuiskomt.
Jan Weissenbruch (1822-1880): de Scherpenhoek. Op de schets staat de muur van De Fransche School maar in het schilderij laat hij dat weg. Hierdoor verandert het karakter van de Scherpenhoek: een smal kruispunt wordt een ruime straat. Ook Willem Koekkoek (1839-1895) is in 1870 in Culemborg geweest. Hij schetst dezelfde situatie maar het schilderij dat hij er van maakt, is geheel anders. De witte muur is totaal ingevuld met ramen en ornamenten. In het Rijksmuseum kun je de schetsboeken online doorbladeren. Dat is wat Roger ook doet.

Kortom: de schilderijen geven geen beeld van hoe Culemborg echt was.

Een project met drie kanten
Vanuit uitgeprinte schetsen is Roger in de eerste maanden van de corona op zoek gegaan naar de standpunten van de schilders en ’s avonds gaan schetsen. Dit project kent drie kanten:

  1. Historische sensatie: je doet iets wat iemand tweehonderd jaar geleden ook gedaan heeft. Zo heeft Lambertus Johannes Hansen (1803-1859) een aquarel gemaakt vanuit de overkant van de Lek (net als het schilderij van Van Os!). Het grappige is dat de stand van de torens anders lijkt te zijn maar als je ver genoeg loopt dan gaan ze verschuiven.
  2. Kunstgeschiedenis
    – Topografische tekenaars rond 1750. Atlassen waren toen populair bijvoorbeeld Verheerlijkt Nederland. De uitgevers als Tirion stuurden tekenaars als de topografische tekenaar Pronk op pad in de zomer, daar werden in de winter dan gravures van gemaakt, de uitgever bond de gravures in. In de Schoemaker Atlas zie je ook kleurentekeningen met allerlei verhalen (legendes), zoals een rijtuig op een boot. Zeer dikke atlas (9.000 pagina’s). Jan de Beijer maakte ook een tekening van Culemborg: Roger had de verkeerde plek gekozen om te tekenen. Het publiek in de zaal corrigeert direct de plek. Op de plek die wel goed is, is de tekening van nu echter veel minder fraai!
    – Hollandse romantiek in de 19e eeuw. Terug naar oude vertrouwde landschappen. In 1829 leidde dat tot een John Smith’s catalogus en het Rijksmuseum met werk van Rembrandt. Weissenbruch, Springer en Koekkoek kwamen naar Culemborg. Goupil was een kunsthandelaar, die met foto’s allerlei zwart-wit reproducties maakte en verkocht. Van Gogh werd door zijn familie steeds bij de winkels van Goupil geplaatst. Koekkoek: de fantasie liet hem niet in de steek bij de schilderijen van de Binnenpoort: er worden ramen in gezet. Mooier maken dan dat het was.
  3. Geschiedenis van Culemborg. Die krijg je er gratis voor niets er bij. Zo is er een tekening van de Binnenpoort van Cornelis Pronk met portaal (rond 1760) en Willem Koekkoek laat een restant zien van dat portaal(rond 1840). In de schets van Roger zie je alleen het restant van dat portaal aan de rechterkant (gezien vanaf de Varkensmarkt).

Techniek
Waar werkte men mee?

  • Pennen: een stokje met een gecontroleerde inkttoevoer is een pen. Jan de Beijer werkte met een ganzenveer: kun je ook dikteverschillen in de lijnen maken. In 1822 kwamen er in ‘schoolpennen’ en in 1884 de vulpen. Die gebruikt Roger ook.
  • In een tekenkist werd voor aquarellen verf in droge vorm opgenomen. Weissenbruch werkte daar al mee. Er is ook een penseel met water er in, waar Roger mee werkt
  • In 1560 werd grafiet ontdekt maar begin 1600 kwam grafiet tussen twee houten plankjes en werd de potlood uitgevonden. Conté bedacht in 1795 het eerste potlood zoals we dat nu kennen.

Bestemming Culemborg
Er was een doorgaande weg van Amsterdam via Utrecht naar Culemborg, Tiel, Nijmegen en achterland naar Duitsland. Ook kon je varen van Amsterdam naar Culemborg.

Van Weissenbruch is opgeschreven dat hij naar Culemborg reisde. Roger denkt dat de andere heren op pad waren in een rijtuig (familie Koekkoek) of een trekschuit (Tekencompagnie uit Haarlem).

De romantische schilders (Jan Weissenbruch, Cornelis Springer en Willem Koekkoek) schilderden veel hetzelfde. Veel werd geschilderd: Everwijnstraat, Scherpenhoek en Stadspoorten. Maar niet het Stadhuis van de voorkant, de Binnenpoort vanaf de Markt, de Vishal en het Elisabeth Weeshuis.

Roger laat de verschillende schetsen en schilderijen zien.

  • Bij Springer zie je een eigen interpretatie: de straten werden breder, er waren verzinsels en er kwamen versierselen (beelden en ramen). Niet alles is er nog; ook werden paarden vervangen door auto’s. Het leuke is dat ‘rommelige hoekjes’ na allerlei renovaties en stadsvernieuwingen nog steeds een ‘rommelig hoekje’ is.
  • Het schilderij van Landsmeerbrug van Koekkoek hangt nu in het Elisabeth Weeshuis (ga kijken!). Hij maakte schetsen van beide kanten van de brug; deels is nog herkenbaar. Er is weinig fantasie ingebracht (behalve boogjes boven de ramen). De linkerkant is niet alleen gebruikt voor een schilderij van Culemborg maar ook voor een schilderij ‘Zonnige stadsgracht in IJsselstein!
  • Lambertus Johannes Hansen kwam op vakantie in Culemborg. Zijn tekeningen zijn het meest uitgewerkt: potloodschetsen die worden ingekleurd. Heel precies in dakpannetjes, steentjes en blaadjes etc. Voor zijn werk was hij heel precies interieurs schilderijen. In Culemborg tekende hij bijvoorbeeld in een achtertuin en een pleintje bij de Ridderstraat. Nu is het een stuk groener geworden. Helaas zijn de tekeningen vervaagd en niet herstelbaar.
  • Jan de Beijer: een fijn plekje. Aan de eind van de Veerweg. De Veerweg is steeds meer opgehoogd en niet meer op gelijke niveau met het water. De kasteeltoren staat er nog op bij de Beijer.

In mijn voetsporen
Het zou mooi zijn wanneer iemand in de voetsporen van Roger gaat lopen. Dat gaat ook buiten de stadspoorten zijn. Zeker is dat een benzinestation en de Ovonde er anders uit zullen zien. Daarnaast zal er niets veranderen bij de weg onder het spoor!

Vragen uit de zaal

  • Wat heb jij in je schetsen weggelaten? Roger vindt het lekker om in een straatbeeld alles af te beelden. Zo brengen verkeersborden, deksels van containers en bloembakken veel kleur. Sommige dingen vereenvoudigt hij , als de steigerpijpen, maar auto’s beeld hij wel af. Roger vermoedt dat bijvoorbeeld de Binnenpoort niet gaat veranderen, maar de borden er omheen wel.
  • Hoe ben je begonnen? Roger heeft altijd getekend. Stijl waait je aan. Roger tekent met inkt. Hij probeert een tekening leeg te houden want iedere correctie maakt het zwarter. Voor zijn werk is het plannen wat je waar wilt hebben op een folder bijvoorbeeld. Het schetsen is steeds meer aanbreien aan de tekening. Als kind heeft hij op een tekencursus gezeten, tot zijn 14e deed hij dat.
  • Waar baseer je op dat de schetsen waarheidsgetrouwer zijn dan de schilderijen? Op die schetsen wordt niet veel bij verzonnen. Je gaat naar een plek toe om vast te leggen Redelijk gedetailleerd. Als je gaat schilderen dan ga je het mooi maken en mooier. Door de schetsen te vergelijken én nu op straat te kijken, kun je zien of het wel of niet waarheidsgetrouw is.
  • Bij de stap van schets naar schilderij: zijn er aantekeningen gemaakt? Koekkoek maakt aantekeningen in de schets (bijvoorbeeld kleur). Weissenbruch maakte aquarellen die snel en grof zijn gemaakt; het schilderij werkt hij thuis uit (kost meer tijd; is soms ook wel tien jaar later). Marketing technisch was het niet gunstig een naam van de plaats te noemen. Zo is bijvoorbeeld misschien het Zonnig hoekje in Ijsselstein door anderen zo benoemd.

Huib sluit af. Je hebt je ontwikkeld. Je bent een bevlogen tekenaar. En hebt ons een mooie lezing verzorgd. En met het boekje van Roger kun je nog eens langs de oude plekjes lopen!

Roger heeft op zijn eigen website ook een leuke reflectie  op de avond.