Skip to content Skip to sidebar Skip to footer

Grote schoonmaak in de parochiekerk

Wie kent niet het begrip ‘Grote Schoonmaak’? Tegenwoordig hoor je dat niet zo veel meer, maar vroeger was dat anders. Menig huis kreeg twee keer per jaar een grote schoonmaakbeurt. Alles werd dan van zijn plaats gehaald en vervolgens werd er grondig gereinigd. De voormalige parochiekerk aan de Papenhoek viel ook deze eer te beurt in 1844. Wellicht is het aardig om te zien hoe dat toen in zijn werk ging.

 

Schilderij van Theo Ausems. Ausems heeft de voormalige kerk nooit gezien, maar uitgaande van het divers archiefmateriaal, schilderde hij dit schilderij.

Het is niet helemaal duidelijk waarom de kerk schoongemaakt moest worden. Het heeft mogelijk te maken met de komst van de bisschop in juli van dat jaar. Hoewel de datum van dat bezoek nog niet helemaal vaststond, is het wel mogelijk dat zijn komst al wel aangekondigd was. Het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie moest nog plaats vinden. Dat zou in 1853 gebeuren. Tot die tijd was er één bisschop voor het hele gebied benoorden de rivieren. Dat was Cornelis baron van Wijckerslooth. Hij zetelde in Warmond en gaf les op het zich aldaar bevindende seminarie. Het gevolg van deze situatie was dat heel incidenteel de bisschop de (een) parochie kwam bezoeken om allerlei ‘achterstallige’ zaken te regelen, die formeel alleen door een bisschop gedaan mochten worden. Om die reden is het kerkje aan de Papenhoek niet direct al na de ingebruikname in 1817 geconsacreerd, maar pas in 1834. De kerk bestond toen al zeventien jaar! Ook voor de toediening van het Heilige Vormsel kwam de bisschop incidenteel. Hier in Culemborg zal dat gebeurd zijn in 1834. Het zou tien jaar duren vóór de bisschop weer kwam. Dat was dus op 8 juli 1844. Er waren toen bijna duizend vormelingen. In de achttiende eeuw werden er overigens heel veel katholieken helemaal nooit gevormd.

Terug naar de schoonmaak. In het parochiearchief bevindt zich een bestek met dertien artikelen, waarin die schoonmaak werd geregeld. Diegene die het minst vroeg werd met het karwei belast. Welke hoofdaannemer dat dat was, is niet duidelijk. Hier volgt het bestek:

Bestek en konditien volgens welke de kerkdirectie der Katholijke Gemeente Culenborg aan de minst aannemenden zal aanbesteden het schoonmaken der kerk en aangehooren over 1844.

Art. 1
De aannemer zal moeten leveren alle de materialen van kalk, gips, lakmoes, zeep, bezems, borstels. Luiwagens, zeemlappen, linnen en wollen dweilen, boenwas en in een woord niets uitgezonderd van alles wat tot het schoonmaken noodig is.

Art, 2
De aannemer zal zoo vele personen in het werk moeten stellen, dat het zelve aangenomen volkomen is afgedaan en de geheele kerk in order zij op vrijdag den 10 mei 1844.

Art. 3
De aannemer zal beginnen met de stoelen de kerk uit te dragen, dezelve behoorlijk uit te kloppen en op te boenen, de defecte ten fine van reparatie, ter zijde te stellen. Voorts de kerk, biechtkamers, sacristij, kosterskamer, zangerskoor en toorn behoorlijk te stoffen, de mansbanken zoo wel als de zoogenaamde weeshuis en studentenbanken mitsgaders die op het zangerskoor behoorlijk met zeepwater afnemen en de kniebanken afschrobben, het altaarkoor witten mitsgaders de biechtkamers, de kosterskamer en de sacristij witten, voorts zal de aannemer de kolommen tweemaal ter hoogte van het voetstuk der beelden en het overige gedeelte ééns moeten witten. Zoomede alle de vensterbanken en dat gedeelte muur, dat zich tusschen de lambrisering en den rand der vensterbanken bevindt.

Art. 4
Wijders zal de aannemer de beelden die zich in de kerk bevinden eens moeten lijmen of witten naar ordonnancie van bestederen.

Art. 5
Voorts zal de aannemer moeten witten de muur van het voorgevel van de kerk van binnen, en wel van het plafond van het koor tot onder en in de panden van het plafond tot de lambrisering, achter de kleine autaren en van uit het plafond insgelijks tot aan de lambrisering. De kolommen die onder het orgel staan zoo wel als de preekstoel zal de aannemer behoorlijk met zeepwater moeten afnemen en opwrijven mitsgaders de hekken, die het eerste gedeelte van het tweede gedeelte en dit gedeelte van het derde gedeelte afscheidt.

Art. 6
Wat de drie altaren en de onderscheidene schilderijen aanbelangt zal de aannemer de laatste voorzichtig moeten afnemen en schoonmaken echter niet anders als volgens ordonnancie van den heer pastoor of van zijnens wege gegeven.

 

De Genadestoel. Geschilderd door J. Cossiers, leerling van Rubens, in 1628. Samen met het tabernakel was dit schilderij onderdeel van de altaaropbouw.
Tabernakel uit 1825. Dit tabernakel bevond zich in de opbouw van het altaar in de voormalige kerk.

 

Art. 7
De aannemer zal de glazen van binnen en buiten der kerk behoorlijk met regen of Lek water moeten afwasschen en zeemen het houtwerk der ramen mitsgaders de deuren der kerk, het hek van het kerkhof, die van de Calvarieberg en de hekken en palen voor aan de straat behoorlijk na ordonnancie moeten afschrobben.

Art. 8
De aannemer zal nadat al het voorgeschrevene is verrigt, de kerk, de biechtkamers, de sacristij, het koor enz. behoorlijk moeten schrobben en helder droog opwrijven. De gangen vanaf de communiebank tot de scheiding der vaste plaatsen met witselwater moeten opnemen, zoo mede de trappen zoo wel die naar de vastkamer als die naar het zangerskoor leiden en eindelijk het ameublement der kerk weer behoorlijk moeten plaatsen, na daarna of alvorens zijne hulp te hebben geleend tot het ophangen der gordijnen.

Art. 9
De aannemer zal den muur strekkende van het poortje der huizinge door A. Ponsioen bewoond tot het portaal met dikke kalk moeten witten, wijders de goor die ten zuiden van de kerkweg langs de huizing van de Heer F. de Groot loopt behoorlijk moeten reinigen en eindelijk de straat aan het Marktveld vanaf den regel moeten schrobben.

Art. 10
De aannemer zal gehouden zijn de opkomende vereischten en welke in deze niet zijn beschreven te verrigten bij aldien H.H. aanbestederen begrijpen zulks met de billijkheid overeen te komen.

Art. 11
De besteding geschiedt zonder kosten bij opbod, zullende de aannemer geen de minste aanspraak hebben op de aanneempenningen, bij aldien hij in iets van het hierboven gemelde of in verdere orders van Heeren bestederen mogt te kort schieten.

Art. 12
De aannemer is onderworpen aan de uitspraak van de H.H. bestederen, omtrent alle geschillen omtrent deze conditie kunnende ontstaan onder afstand van alles ter contrarei.

Art. 13
De betaling der aanneempenningen zal geschieden zoo spoedig als het werk is afgemaakt, opgenomen en goedgekeurd.

Verderop in dit bestek staat nog een aanvulling op artikel 9:
De aannemer zal de kalk welke hij tot dit werk gebruikt naar behooren witten en daar waar het volgens ordonnancie van bestederen noodig is, met gips moeten vermengen. En een en ander niet mogen lengen of aanmengen alvorens door H.H. bestederen te zijn goedgekeurd.

In het bestek staat in de kantlijn vermeld wat er betaald is en aan wie:

Schoonmaken 30,85
Ausems 10,22,5
Van Uden 5,25
Van Benthem 8,55
54,87,5
Sanders 18,65

Voor het karwei werd dus in totaal ƒ 73,52.5 betaald. Omgerekend naar nu zou dat ongeveer € 850,- zijn. Gezien de omvang van het karwei was dit aan de krappe kant. Vermoedelijk zijn de genoemde heren Ausems, van Uden, van Benthem en Sanders onderaannemers van de onbekende hoofdaannemer.

Het bestek verstrekt aardig wat aanvullende gegevens over de inrichting van dit kerkje:

  • Voorin stonden stoelen, die door een hek gescheiden werden van twee kolommen met banken daar achter.
  • Er waren drie altaren. Hoofdaltaar, Barbara- en Maria-altaar.
  • De preekstoel waarvan sprake is, heeft tot 1911 nog in de huidige kerk gestaan. Er bestaat nog een foto van deze preekstoel uit 1908. (zie afbeelding)
  • In de altaaropbouw bevond zich De Genadestoel, een schilderij van J. Cossiers uit 1628. Het hangt nu nog in de dagkapel van de huidige kerk.
  • Het orgel waarvan sprake is, bestaat niet meer. Het werd in 1861 vervangen door het orgel dat nu nog in de huidige kerk staat.
  • De kerk had de nodige wit gekalkte beelden op consoles tegen de pilaren.
  • De muren waren wit.
  • Er was een lambrisering.

Het bestek geeft ook een redelijk inzicht in de schoonmaakpraktijk uit die tijd. De hulpmiddelen die gebruikt werden komen ons nu nog bekend voor. Verder valt uit het bestek op te maken dat de voormalige parochiekerk sober was, eigenlijk bij het armoedige af. Pas na het herstel van de Bisschoppelijke Hiërarchie in 1853 zou dat langzamerhand gaan veranderen. Meer informatie over dit kerkgebouw is te vinden in Voetnoot 58, 2016.

 

Plattegrond voormalige parochiekerk

Deze afbeelding toont links de plattegrond van de voormalige kerk. De rode lijn geeft de contouren aan van de huidige Rooms-katholieke kerk. Duidelijk is te zien dat het torentje van de voormalige kerk precies op de plaats staat, waar nu het altaar is.

Ben Holtkamp