Lezing De koloniën van Weldadigheid en Culemborg

Om de armoede te bestrijden sticht de Maatschappij van Weldadigheid vanaf 1818 in Drenthe en Overijssel, landbouw koloniën, waar armen geleerd wordt om met het werk van hun eigen handen de kost te verdienen. Generaal Johannes van den Bosch is initiatiefnemer en oprichter. Hij was een visionaire idealist die geloofde in de maakbare samenleving. Zijn gedachtegoed komt voort uit de Europese Verlichting. Van den Bosch ontwikkelde plannen om een einde te maken aan de verpaupering van met name de stedelijke bevolking. Al snel verrijzen tientallen koloniehuisjes en strijken behoeftige gezinnen neer in deze eerste landbouw koloniën. Daarna, in de periode van 1818 tot 1823, volgen er meer in de omgeving van Wilhelminaoord, Willemsoord, Boschoord, en Wortel in België. Er worden scholengesticht, er komen voorzieningen als een gaarkeuken en een spinnerij. Kerkbezoek is verplicht, evenals het volgen van onderwijs en lidmaatschap van het‘ziekenfonds’. De koloniën lopen hiermee een kleine honderd jaar vooruit op de landelijke ontwikkelingen. Wie zich niet wil conformeren aan de regels en de handhaving daarvan, wordt ‘opgezonden’ naar de, inmiddels opgezette, onvrije Koloniën in Veenhuizen, Ommerschans en Merksplas(België). Met veel steun uit het vooraanstaande netwerk van Van den Bosch worden in diverse steden in Nederland plaatselijke commissies gevormd die geld zenden naar de Maatschappij van Weldadigheid en zorgen voor ‘opzending’ van armen naar de Koloniën. Tussen 1818 en 1840 telt de Maatschappij circa 23.000 leden. Ook Culemborg doet mee. Dat eerste jaar laat Culemborg nog niets van zich horen, maar in 1819 telt de stad 70 contribuanten die een stuiver per week opzij leggen om het initiatief te steunen. De secretaris van de ‘subcommissie van weldadigheid te Culemborg’ vindt dat de stad dan ook wel recht heeft om een verarmd gezin in die nieuwe koloniën te plaatsen.
Vragen die opkomen:
- Zijn er ooit vanuit Culemborg mensen in de vrije koloniën of later in de strafkoloniën geplaatst?
- Gingen er kinderen vanuit het Weeshuis in Culemborg naar het in Veenhuizen gestichte kinderdorp?
- En naar de bedelaarsgestichten zoals de Ommerschans en Veenhuizen? Daar wordt met enige regelmaat een landloper of bedelaar binnen gevoerd. Ook uit Culemborg?
Wil Schackmann (1951) verzorgt de lezing over de Koloniën van Weldadigheid. Hij maakt de link met Culemborg en geeft zo mogelijk antwoord op al deze vragen. Schackmann heeft vier boeken geschreven over de koloniën van weldadigheid, De proefkolonie (2006), De bedelaarskolonie (2013), De kinderkolonie (2016) en De strafkolonie (2018). Hij weet het leven in die koloniën tot leven te brengen met tal van menselijke en herkenbare anekdotes.
Waarschijnlijk gaat het in de periode 1818-1921 over circa 80.000 mensen in Drenthe met naar schatting één miljoen nakomelingen nu. Wilt u weten of u een nazaat bent van de kolonisten uit 1818? Ga naar de website allekolonisten.nl. Veel mensen verbleven er vóór de fotografie werd uitgevonden. Maar dat wordt later goedgemaakt; bedelaars en landlopers die vanaf 1896 naar Veenhuizen werden gebracht staan allemaal op foto. Ook de Culemborgse.
Praktische informatie
Datum: donderdag 16 november 2023
Plaats: Theater De Fransche School
Zaal open: 19.00 uur
Aanvang lezing: 19.30 uur
De bijeenkomst is gratis toegankelijk voor iedereen. Aanmelden is niet nodig, maar let op! VOL = VOL.
Het kopje koffie of thee voorafgaand aan de lezing wordt u aangeboden door het Genootschap.
Let op! In Theater De Fransche school kan niet meer met contant geld betaald worden.
Foto boven: De kolonie Frederiksoord op een gravure uit 1825 H.P. Oosterhuis (collectie Drents museum)